Praten kan iedereen. Van jongs af aan babbelen we erop los. Maar constructieve gesprekken voeren, dat kan niet iedereen. Op welke manier praat je met elkaar als je tegenstrijdige belangen lijkt te hebben, als je je gekwetst voelt of als je het niet met elkaar eens bent? Dat is nog niet zo makkelijk.
Hier 4 tips die je goed op weg kunnen helpen:
Vermijd woorden als ‘nooit’ of ‘altijd’. Hiermee sluit je namelijk de communicatie af. De ander is daardoor geneigd de deur dicht te gooien. Vervang ze door ‘soms’ of ‘regelmatig’.
Blijf bij hoe het bij jou overkomt of wat het met jou doet i.p.v. iets als een feit neer te leggen. Bijvoorbeeld: ‘In mijn beleving is wat je zegt onredelijk en dat biedt voor mij geen ruimte.’ Als jij bij jezelf blijft en inzicht geeft in wat iets met jou doet, kan de ander daar beter op reageren.
Stel ophelderingsvragen, zoals ‘Wat bedoel je daarmee?’ of ‘Hoe ziet dat eruit?’. Op deze manier vermijd je het langs elkaar heen te praten en wordt sneller duidelijk wat de ander over probeert te brengen.
Voor alle gesprekken geldt: het is meestal niet handig om vanuit emotie met elkaar in gesprek te gaan. Geef aan dat je bijvoorbeeld nog teveel boosheid voelt en er later op terugkomt. Loop een rondje, tel tot tien, slaap er een nachtje over. En als de ander voornamelijk vanuit emotie reageert, stel dan voor het gesprek op een ander moment te vervolgen.
In het begin voelt het gekunsteld, alsof je volgens een script met de ander in gesprek bent. Je zult zien, des te vaker je deze nieuwe manier van praten toepast, des te eigener het wordt.
Heb je nog meer tips? Laat het hier onder weten!
Comments